Interview met nieuw trainersduo André Oosten en Michael Wiehink

Johan Derksen vindt het niks, een keeper als hoofdtrainer. Toch is VV Rietmolen er dol op en heeft het er weer eens eentje aangesteld in de persoon van André Oosten uit Enschede. André is afkomstig van UDI en heeft in zijn kielzog assistent-trainer Michael Wiehink meegenomen. Tijd om eens nader kennis te maken met deze geboren en getogen Enschedeërs die het komende seizoen de Rietmolense hoofdmacht onder hun hoede zullen nemen.  

André Oosten (links) en Michael Wiehink (rechts) op het trainingsveld bij VV Rietmolen

Het ging haast geruisloos voorbij afgelopen winter, onder het juk van het corona-interbellum in het amateurvoetbal, de aanstelling van André Oosten als hoofdtrainer van VV Rietmolen. Voor de kenners wellicht toch een wat verrassende move, gezien hij met zijn vorige ploeg UDI promotie afdwong naar de derde klasse, maar er voor koos te vertrekken en aan de slag te gaan bij een dorpsclub die een klasse lager uitkomt. Waarom het vertrek bij UDI? “Ik was toe aan wat anders”, verklaart André, “bij UDI was ik na vijf seizoenen wel klaar, heb daar een geweldig tijd gehad maar het was wel een beetje op. Bovendien, hoewel het niet de hoofdreden was van mijn vertrek, heb je als trainer in de derde klasse een TC2-diploma nodig en dat heb ik niet. Je krijgt één seizoen dispensatie en dan moet je óf weg óf je diploma halen, ik koos voor het eerste. En ik wilde graag een keer een dorpsclub coachen.”

André is 33 jaar jong en doet ICT bij accountancykantoor KroeseWever. Op voetbalgebied kan André een heel behoorlijke keeperscarrière overleggen, iets wat gezien zijn geringe gestalte toch een puike prestatie genoemd mag worden. In de jeugd begonnen bij UDI, maar al snel de overstap gemaakt naar het grotere Rigtersbleek om daar al op zijn 16e in het eerste te debuteren met een gestopte penalty tegen EMOS, zo memoreert hij. Toch was er een snel vertrek bij ‘De Bleek’ waarna achtereenvolgens Sparta Enschede, UDI en Avanti Wilskracht van zijn keeperskwaliteiten gebruik hebben mogen maken. Meer en meer laakte hij de mentaliteit van zijn jongere medespelers, wat hem er al op zijn 28e toe bewoog de handschoenen aan de wilgen te hangen en zich op  zijn trainerscarrière te richten bij de club van zijn jeugd UDI, waar hij al die tijd lid is gebleven. Ofschoon het toch een best lijstje clubs is dat André opsomt, valt het werkelijk vollédig in het niet bij de riedel teams die compagnon Michael Wiehink als speler heeft vertegenwoordigd en die hij zo uit het hoofd weet op te dreunen. We noteren – schrijft u even mee – in chronologische volgorde: Phenix jeugd, ’t Centrum jeugd, Sportclub Enschede jeugd, ’t Centrum 1, Victoria 1, Eilermark 1, Enschedese Boys 1, Victoria 4, en afgesloten waar het begon bij Phenix in het eerste met het kampioenschap in de 5e klasse. Inmiddels is Michael 39 jaar, getrouwd, vader van twee kinderen en gevelbehandelaar van beroep. Hij was de laatste jaren assistent-trainer van André bij UDI en is met hem meegekomen naar Rietmolen.

Op de vraag hoe ze de club tot nu toe beleven zijn de heren eensgezind. “Het is mooie club, heel hecht en gemoedelijk”, begint André, “alles is goed geregeld en er is een goed beleid”, voegt Michael toe. Ook de feestjes in het dorp kunnen de heren bekoren. “We hebben al het geïmproviseerde Zomerfeest in de Wadi meegemaakt en laatst was het ook erg gezellig bij het benefietgebeuren voor Camp Kyllburg”. Dat de beide trainers wel in zijn voor een feestje kunnen de mensen met een goed geheugen zich wellicht nog herinneren, de spelers van het eerste in ieder geval wel. Terug naar begin 2019, Super Sunday. Rietmolen won in een zinderend duel van titelkandidaat Tubanters, en wie schonken er nadien twee kratten pils aan de selectie ter beloning? Juist, de toenmalige trainers van medetitelkandidaat UDI, Oosten en Wiehink! Hulde. Ook andersom kan de spelersgroep inmiddels de heren trainers bekoren. “Het is een heerlijk gretige groep met veel jeugdige potentie”, zegt André, “minder kwaliteit dan UDI, maar meer mentaliteit”. Wat zijn dan, nu we het er toch over hebben, de grootse verschillen tussen een stadse club als UDI en dorpsclub Rietmolen? “Het sociale aspect”, begint André, “er is daar veel meer verloop van spelers, dus elk jaar ben je weer een nieuw team aan het smeden. Er is grote concurrentie onderling en om dan iedereen tevreden te houden is best een uitdaging. Hier in Rietmolen snappen ze dat ze het op het veld moeten laten zien. Er heerst meer een geen-woorden-maar-dadenmentaliteit”.

Als de doelstelling voor dit seizoen ter sprake komt is Michael kort: “linker rijtje en dan misschien een periode!”, meldt hij overtuigend. André is wat voorzichtiger: “het is heel moeilijk in te schatten hoe iedereen uit de corona-periode is gekomen. Zijn de selecties dunner? Zijn de spelers gevoeliger voor blessures? We moeten even aanzien waar we staan en aan de hand daarvan onze doelstelling aanpassen. Ik vind wel dat we te veel kwaliteit hebben om alleen voor handhaving te gaan, de lat moet hoger liggen”. Hoe de stand er aan het einde van het seizoen uit zal zien is dan ook gissen voor de heren. “Op papier zou je zeggen Reünie of Markelo voor het kampioenschap. VIOS gaat meedraaien in de top-vier als we Kevin Vos mogen geloven en ook Diepenheim schijnt een sterke ploeg te hebben dit jaar”, vermoedt André. “Voor onszelf is het belangrijk dat we de groep fit houden, dat is cruciaal”, vult Michael aan, “en je moet hopen dat je de wind in de zeilen krijgt, dat je in het begin drie, vier potjes achter elkaar wint, dan kun je omhoog kijken”. “We gaan in ieder geval veel wedstrijden spelen waarin het heel dicht bij elkaar ligt, die op een paar momenten beslist worden”, besluit André.

Tot zover het interview met André Oosten en Michael Wiehink. De competitie is voor Rietmolen op 26 september van start gegaan met een 1-0 nederlaag bij Twenthe Goor. Komende zaterdag 2 oktober staat om 18:00u de kraker uit bij Neede op het programma!

Sportieve groet en tot dan,
Jean le Tieb